Het was me het dagje wel!

8 april 2022 - Paramaribo, Suriname

Dinsdag 5 april werd het weer hoog tijd voor een uitstapje. De Afobaka stuwdam en het Brokopondostuwmeer was ons reisdoel. Het ligt ongeveer 100 km ten zuiden van Paramaribo en via de Highway en de Afobakaweg is het ook in geologisch opzicht een interessante trip. De reis gaat eerst door een  geürbaniseerd gebied. Niet waarvoor je als toerist warm loopt. Er kwam en komt hier geen welstandscommissie aan te pas en men grossiert in lelijke metalen golfplaten die hier voor van alles en nog wat gebruikt worden. Ze hebben alle dezelfde eigenschappen: verkleuren (als ze geverfd waren) , roesten en afbrokkelen!

Op zeker moment wordt het leger,  groener en bereikten we het district Para. We passeerden het terrein van Suralco. Daar was vroeger een enorm complex waar de gewonnen bauxiet in de aluinaarde fabriek  Paranam tot aluminium werd verwerkt.  Deze fabriek zorgde in de hoogtij dagen rond 1950 voor ruim 25% van de wereldwijde bauxietproductie. Eind 2015 viel het doek voor deze fabriek en sindsdien staat het er troosteloos bij. Ter hoogte hiervan kleurt de aarde oranje. En als ik zeg ‘oranje’ bedoel ik ook écht oranje! Als het geregend heeft, kun je je witte T-shirt schitterend oranje verven in de plassen die dan ook overal blijven staan.

Even later verandert  het landschap dramatisch. We reden het gebied binnen dat onder geologen bekend staat als onderdeel van het ‘ Guyana schild’. Hier speelden in de oertijd, 2 miljard jaar geleden, enorme krachten een rol van betekenis. Het land werd opgedrukt en er ontstond een gebergte waarvan de restanten goed waarneembaar zijn. Er is bij een voormalige suikerplantage aan de Surinamerivier voor de happy few én toeristen  een luxe resort gebouwd met de sprekende naam Berg en Dal. Wij reden de afslag er naartoe voorbij. Niet dat we deze dag geen toeristen waren en tot de ‘happy few’ horen we feitelijk ook, maar we zoeken geen luxe vertier. De natuur om ons heen was imponerend. Hoge bomen, palmbomen, water en….. een dode aap aan de kant van de weg. Slachtoffer van het menselijk vervoer per auto.

We bereikten de Afobakastuwdam waar we de auto uitstapten om het geweld waarmee het water de Surinamerivier ingespoten werd goed op ons in te laten werken. De bouw van deze dam duurde van 1960 tot 1964 en moest de bauxiet verwerkende industrie voorzien van goedkope elektriciteit. De oppervlakte van het Brokopondomeer dat door de stuwdam ontstond heeft een omvang gelijk aan onze provincie Flevoland. Door het stuwmeer moesten ca 5000 Marrons hun huizen én voorouders verlaten wat tot enorm veel leed heeft geleid. Er werden nieuwe zogenaamde transmigratiedorpen gebouwd waar ze geherhuisvest werden en ze kregen een schadevergoeding van 6 gulden per persoon. Ik begrijp dat aan allerhande belofte nooit gestand is gedaan. Let wel: Suriname viel toen nog onder Nederlands gezag! De huizen waarin ze woonden zullen niet veel om het lijf hebben gehad maar de hutjes die wij later zagen in de dorpen Brokopondo en Commandeurskreek  hadden de omvang van een veredeld hondenhok. Dus erop vooruitgegaan zijn ze beslist niet!

Boven de dam is een soort uitzicht punt bij het dorp Afobaka. Daar hebben we rustig op een steen zitten kijken naar de bedrijvigheid van de vele lage boten die met allerhande materialen en voorraden over het meer raceten. De motoren hebben genoeg vermogen. In het Brokopondo meer liggen ook nog wat eilanden. Het water stond hoog en we hebben  geen boomtoppen uit zien steken boven het wateroppervlak zoals we dat een aantal jaren geleden wel zagen.

We reden terug en wilden dat doen via het dorp Zanderij en daarna Lelydorp. Vroeger was Zanderij ook de naam van het vliegveld maar nu heet dat het Adolf Johan Pengel vliegveld. Ed merkte op dat hij ineens begreep waar Zanderij zijn naam aan te danken heeft. We reden hier door weer een heel ander geologisch kenmerkend gebied: puur wit zand ligt hier aan de oppervlakte. Als de zon schijnt doet het zeer aan je ogen! Een eind voor Zanderij liggen een paar kleine recreatieoorden aan een kreek, waaronder Jungle Camp. We hebben daar in het verleden eens een nacht doorgebracht en dan ervaar je de jungle zoals je je dat in een romantische bui voorstelt: allerhande nachtelijke geluiden die je niet kent en ‘s morgens wakker worden met de tropische vogels- en de apengeluiden. Een duik in de colakleurige kreek is als ochtend bad zeer aanbevelenswaardig! Goede herinneringen dus en we hadden wel zin om onze tenen nog even in het water te steken. Helaas, de poort was gesloten maar onder de bomen vlak voor de poort was het opvallend koel. We waren wel toe aan een slokje en een hapje dus stoeltjes uit de auto gehaald en we installeerden ons voor de poort in de stille hoop dat er even later misschien toch nog iemand kwam opdagen om die poort te openen. Dat gebeurde niet maar wat wél gebeurde….ik zag echt een mega grote slang, een armdikke slang op nog geen 2 meter afstand van ons over de oprit schuiven van de ene kant naar de andere kant. “Ed, kijk eens!” zei ik. Ed keek, schoot een meter de lucht in en gaf een beste schreeuw! De telefoons lagen in de auto en hoewel Ed hem snel ging halen was zelfs het puntje van zijn gele staart niet meer te zien op het geschoten plaatje. Later vond Ed op internet door wat voor dier we verrast zijn: de Geelstaart indigoslang. Niet giftig maar je moet hem niet boos maken, want dan bijt hij. Het dier kan 2 meter lang worden en dat was ons exemplaar zeker wel.

Onder de bomen was het weliswaar koel maar er waaide geen windje en al snel belaagden de muggen ons. Met onze rust was het al gedaan dankzij mijnheer de slang en we besloten verder te rijden.  Omdat het nog vroeg in de middag was, wilden we nog even lekker aan het water gaan zitten bij het dorp Vierkinderen, genoemd naar de gelijknamige voormalige plantage ter plekke. Het water was zeer aanlokkelijk en Ed besloot een duik te nemen. Maar voor hij zover was, stootte hij zijn teen kapot aan de betonnen trap. Einde oefening. Ik had meer geluk en het was heerlijk zwemmen en afkoelen ter plekke.

Tot we besloten verder te gaan en Ed ontdekte dat hij zijn telefoon kwijt was. We hebben alles binnenste buiten gekeerd. Geen telefoon. Het laatste dat hij zich kon herinneren was dat hij bij Jungle Camp een foto had willen maken van de slang. Er zat niets anders op dan terugrijden naar Jungle Camp in de hoop dat…. Het was verder terug dan we hadden gedacht en de hoop was eerlijk gezegd al bijna vervlogen maar zowaar. Ed reed de auto naar de parkeerstrook naast de ingang van Jungle Camp en daar lag ie! Flink opgelucht draaide hij mét de telefoon op zak  weer de weg op. Ik moest hem alleen even eraan herinneren dat ze hier links van de weg rijden…..

Foto’s

1 Reactie

  1. Gerard:
    8 april 2022
    Ik weet niet, welke telefoon Ed gevonden heeft, maar ik krijg (nog) geen reactie op mijn WhatsAppje! :-)